maandag 22 september 2008

Palm Village: het beloofde waar gemaakt (de Ware Tijd - 11/09/08)

Paramaribo - ‘Een plek waar ik zelf zou willen wonen’, zo beschrijft Daniëlla Lalji, directrice van de Suriname Real Estate Development Group het dorpje dat zij te Commewijne heeft gecreëerd: Palm Village.

Het mag het een succesvol project genoemd worden. ‘Omdat wij doen wat we beloven.’

Daniëlla Lalji wilde graag aan de rand van de stad wonen, op een schone, veilige plek, zonder dievenijzer. En dan het liefst op een plaats waar zij een speciale band mee heeft. Voor haar was dit Commewijne, op de voormalige plantage Belwaarde. “Ik hou echt van Commewijne”, zegt Lalji. “Voor mij is het wonen in de randstad. Het is lekker rustig, maar als je drukte wil, ben je maar 15 minuten van de stad verwijderd.”

Dus toen Lalji wist dat er een brug over de Surinamerivier zou komen, restte haar alleen de droom te verwezenlijken. Acht jaar later zegt ze met trots hierin geslaagd te zijn. Een blik op de kaarten die het verkavelingsproject van ruim 120 hectare illustreren, laat zien dat in de eerste vijf wijken ruim 75 procent van de percelen verkocht zijn.

Volgens haar heeft de marketing hiertoe bijgedragen. De reclame van de jongeman die liever in een perceel dan een auto investeert en de jonge dame die laat zien dat een droom geen droom hoeft te blijven, hebben er in geresulteerd dat zij binnen een jaar tijd ook 75 procent van Palm Grove hebben kunnen verkopen. Wat volgens Lalji ook heeft bijgedragen tot het succes, is hun transparante bedrijfsvoering.

Voor Lalji was het allerbelangrijkste dat zij zouden doen wat ze de klant hadden beloofd. “En dat hebben wij gedaan.”

Als alles naar wens verloopt en de weergoden meewerken, moet het project in 2010 volledig zijn afgerond, en moeten alle met klanten gemaakte afspraken zijn nagekomen. “Dit jaar hebben we niet veel kunnen doen, omdat het zoveel geregend heeft. Hierdoor was de bodem erg verzadigd, waardoor de graafwerkzaamheden werden bemoeilijkt.”

Het dorp bestaat uit acht wijken, waar ongeveer 3.500 mensen kunnen wonen. De percelen worden vanaf een grootte van 500 vierkante meter verkocht. Om nog meer klanten een aangenaam woongenot te kunnen bieden, zijn er naast de eerste vijf wijken ook Palm Island en Palm Canal bij gekomen. De laatste is een klein, maar volgens Lalji zeer uniek project met slechts zestig percelen. “Het is een privé-project met een aparte ingang. Als je ervoor kiest daar te wonen, moet dat echt een bewuste keus zijn.”

Ook de rest van het project kom je niet in alvorens de wacht te zijn gepasseerd. Zo proberen zij de veiligheid van de inwoners te garanderen. Scholen zal je op het project niet tegenkomen en ook geen talloze winkels, daar blijkt volgens Lalji geen behoefte aan te zijn. Waar de klanten wel om vragen, zijn recreatiemogelijkheden en diensten als medische zorg. Volgens Lalji is het project bedoeld om het leef- en woongenot te vergroten, en je kinderen op een veilige en rustige plek op te voeden.

Volgens Lalji biedt Palm Village een prachtige ongerepte omgeving, naast de meren die zij hebben aangelegd. “Die meren zijn er trouwens niet alleen omdat het mooi is, maar ook voor de berging van overtollig water. Om het droogstaan van het project te kunnen garanderen, zijn naast de meren ook twee sluizen aangelegd. Wij hebben alleen in het meer al een bergingscapaciteit van 300.000 liter water. En de sluizen hebben een capaciteit om bijna 450 hectare droog te leggen.”

Wat wonen op Palm Village ook ‘anders’ maakt, is het feit dat je je aan strenge regels zal moeten onderwerpen en lid moet zijn van de vereniging van huiseigenaren, om het onderhoud te waarborgen. Ook is van tevoren bepaald hoe groot je huis mag zijn, en dat je niet meer dan één huis op je perceel mag bouwen. “Over deze regels is goed over nagedacht”, verzekert Lalji. De keuze om in dit dorp te wonen, en deelgenoot van die gemeenschap te worden, moet dus een bewuste zijn.

Was het de eerste paar jaar zo dat overwegend Nederlanders er een perceel kochten, de reclame en de samenwerking met de DSB hebben er toe bijgedragen dat nu ook veel ingezetenen een stukje terrein op het project bezitten. Het project is volgens Lalji beslist niet alleen voor welgestelde burgers. “Daarom hebben we ook die 100 procent financiering geïntroduceerd, om de drempel te verlagen.

En als ik naar onze prijzen kijk en ik die vergelijk, zijn onze percelen, gezien wat wij beloven, echt niet duur.”

Lalji is zeer tevreden over haar project. Ze zegt vol zelfvertrouwen geen concurrent te hebben. “Om met ons te kunnen concurreren, moet je min of meer hetzelfde bieden. En dat heb ik tot op heden nog niet gezien.”

- Afra Accord

Geen opmerkingen: